Vergrijzing feiten en cijfers

Volgens het Centraal Bureau voor Statistiek (CBS) is sinds 2019 meer dan de helft van de volwassenen vijftig jaar of ouder zijn. Dit komt neer op zeven miljoen Nederlanders. Deze vergrijzing blijft nog lang lang doorgroeien: pas na 2040 wordt weer een krimp van 50-plussers verwacht.  

De conclusie van het CBS is dat 65-plussers “welvarender en mobieler ouder worden en langer zelfstandig wonen”.

Voor iedere organisatie

Door de vergrijzing worden 50-plussers belangrijker dan ooit voor organisaties, want deze verandering in de leeftijdsopbouw van de samenleving is terug te zien in iedere  consumenten- en arbeidsmarkt. In dit artikel delen we een aantal interessante cijfers over de doelgroep.

Download de Vergrijzingsupdate 2019

Hoe ontwikkelt de vergrijzing zich in Nederland? Ontvang alle informatie op een rij: vraag het gratis online magazine aan.

Procentueel & absoluut

De toename van het aantal 65-plussers was – in een periode van grofweg twintig jaar - het sterkst in Midden-Limburg. Procentueel gezien verdubbelde het aantal 65-plussers daar bijna. Waar er in 1995 dertien procent van de inwoners in Midden-Limburg ouder dan 65 was, was dit op 1 januari 2016 meer dan twintig procent.

Het wegtrekken van jongvolwassenen uit de regio naar de stad, versterkt het beeld van de vergrijzing ook. Ook omdat deze jongeren hun kinderen uiteindelijk ook buiten de regio krijgen. Dat is terug te zien in het geboortecijfer van de randen van Nederland. In veel van de eerder genoemde grensregio’s is het aantal geboortes sinds 1995 met twintig procent afgenomen. Dit terwijl in de Randstad het aantal geboortes juist is toegenomen.

65-plussers achter het stuur

Over de hele linie maken Nederlanders meer kilometers in de auto. Als er gekeken wordt naar de ontwikkelingen op het gebied van auto’s is de vergrijzing zichtbaar. Zo hebben 65-plussers vaker dan tien jaar geleden een auto. Waar eind 2005 er 408 auto’s waren per duizend 65-plussers (41%) was dit tien jaar later 521 auto’s per duizend ouderen (52%). Dit heeft onder andere te maken met het feit dat ouderen tegenwoordig, vaker dan vroeger, een rijbewijs hebben. Een toename die vooral te danken is aan het aantal vrouwen dat achter het stuur kruipt.

Van het aantal kilometers dat er in Nederland wordt gereden wordt dan ook een groter deel gemaakt door 65-plussers. In 2005 was hun aandeel tien procent, maar inmiddels gaat het om zestien procent.

Het Centraal Bureau voor Statistiek schrijft: “dat de particuliere autobezitter vergrijst, is ook zichtbaar op de weg. Ook letterlijk, want grijs is de meest voorkomende autokleur, tevens de meest gekozen autokleur van 65-plussers (41%).”

Eén op de drie 65-plussers koopt haar auto nieuw; ze zijn de eerste eigenaar van het voertuig. Dit terwijl landelijk maar achttien procent van de bevolking de eerste eigenaar van een auto is. Ouderen houden hun auto daarentegen wel langer in bezit. Waar eigenaren in Nederland over het algemeen een nieuwe auto uitzoeken na vier jaar, doen 65-plussers dit pas na zes jaar.

De conclusie van het CBS is dat 65-plussers “welvarender en mobieler ouder worden en langer zelfstandig wonen”.