Nationaal Ouderenfonds: op de bres

Ongeveer één op de twintig 55-plussers is extreem eenzaam, bij 65-plussers is dit aantal nog veel groter. Ze hebben maar één keer in de maand sociaal contact. Cijfers waar het Nationaal Ouderenfonds iets aan probeert te veranderen door het aanbieden van concrete diensten en activiteiten zoals de BoodschappenPlusbus, de Zilverlijn, stranduitjes en kerstdiners. Op die manier worden jaarlijks zo’n 150.000 ouderen bereikt.

 Als goed doel is de organisatie afhankelijk van onder andere de steun van donateurs en de inzet van vrijwilligers. “We hebben daarbij te maken met meerdere doelgroepen”, begint Wander van der Kolk te vertellen. “We bedienen aan de ene kant ouderen vanaf 55 jaar naar wie wij communiceren dat wij oplossingen hebben om hen te helpen in hun kwetsbare of eenzame positie. In de praktijk vooral veel ouderen boven de 74 jaar. Aan de andere kant hebben we donateurs en vrijwilligers aan wie wij proberen uit te leggen waarom het zo belangrijk is dat het Nationaal Ouderenfonds haar werk kan doen. Zij zitten meer tussen de 50 en 65 jaar.”

Meer aandacht

Sinds Gerard Joling en Gordon zich in drie verschillende RTL televisieseries hebben ingezet voor eenzame ouderen, is er volgens Van der Kolk echter een verjonging van hun groep van donateurs en vrijwilligers merkbaar. “Door een programma zoals dat van Geer en Goor zie je een toename van donateurs en vrijwilligers zo tussen de 18 en 30 jaar oud. Terwijl weinig bekende Nederlanders zich met ouderen willen associëren, hebben Gerard Joling en Gordon laten zien dat het een sexy onderwerp is wat onze aandacht behoeft.” De onmogelijke opgave om eenzaamheid onder ouderen aantrekkelijk te maken voor jongeren is daarmee geslaagd, maar hoe is dat gelukt?

“Geer en Goor benaderen ouderen als gewone mensen en niet als bijzondere doelgroep”, geeft Van der Kolk antwoord op die vraag. “Ze laten zien dat de diversiteit onder ouderen groot is en dat veel ouderen midden in het leven staan. Ze doorbreken daarmee het klassieke beeld van de stoffige en ietwat klagende oudere. Ze laten zien dat ouderen gewoon mensen zijn met wie je lol kan hebben of een gesprek kan voeren. Dat het mensen zijn met hele normale behoeftes aan bijvoorbeeld een praatje of wandelingetjes. Ze maken zichtbaar hoe toegankelijk ouderen zijn en hoe leuk het is om iets met ouderen te ondernemen. Dat je met die knorrige oude dame ook kunt lachen.”

Levendigheid in plaats van verzorgingstehuis

De nadruk ligt op het feit dat ouderen midden in het leven staan in plaats van het accent te leggen op het verzorgingstehuis, past ook bij de resultaten van een onderzoek dat het Ouderenfonds onlangs uitvoerde. Daarin onderzocht het Ouderenfonds hoe ouderen zich voelen over de manier waarop zij door de samenleving worden aangesproken.

“Over het algemeen voelen ouderen zich tien jaar of twintig jaar jonger dan dat wij ze zien. Hoe ouder mensen worden, hoe jonger zij zich voelen. Dat heeft te maken met de manier waarop ze door de samenleving aangesproken worden. Doordat ze als ouderen benaderd worden, voelen zij zich jonger. Want als je bijvoorbeeld nog geen Kukident nodig hebt na je 65ste dan ben je nog niet zo oud als je zou moeten zijn. Ze staan midden in het leven.

De ouderen die over tien jaar 75 jaar zijn, zijn anders dan de ouderen die nu 75 jaar zijn of die tien jaar geleden 75 waren. Je ziet dat de huidige ouderen zich in een andere positie bevinden. De ouderen die over tien jaar 75 zijn, zijn bijvoorbeeld veel meer connected. Ze hebben een mobiele telefoon, computer of tablet in huis.”

ouderenfonds

“Taboe doorbrekend”, noemt Van der Kolk dan ook het feit dat er in het programma van Gerard Joling en Gordon de nadruk op de levendigheid van ouderen werd gelegd. Terwijl het tegelijkertijd ging over ouderen die stuk voor stuk, ondanks hun levendigheid, eenzaam waren.

Van der Kolk: “af en toe verbaasde je over dat deze mensen een probleem hebben. De kracht van het programma van Geer en Goor is dat ze op een hele toegankelijke manier laten zien hoe ernstig de eenzaamheid onder ouderen is. Ze geven een realistisch beeld van wat eenzaamheid is en wat het doet. Het heeft namelijk impact als iemand in de camera vertelt: “ik wil eigenlijk al 25 jaar dood”. Want die mevrouw zou ook mijn buurvrouw kunnen zijn. Je maakt daarmee zichtbaar dat contact noodzakelijk is om een fatsoenlijk leven te hebben.

Tegelijkertijd laten Geer en Goor ook zien hoe makkelijk het is om die eenzaamheid te doorbreken. Dat je met iets kleins vaak al een glimlach kunt brengen en dat de dankbaarheid daarvoor enorm is. Ze maken de oplossing makkelijk. Dat zorgt dat jongeren denken: ik zou het geen probleem vinden om een keer boodschappen voor iemand te doen of om een kopje koffie te komen drinken.”

Verschuiving van 50-minners naar 50-plussers

Die benaderwijze wordt steeds meer overgenomen, zo constateert Van der Kolk. “Je ziet veel meer programma’s en initiatieven rondom ouderen draaien.” Waar bedrijven en bekende Nederlanders eerst wegbleven van de doelgroep, lijkt dat te veranderen. Dat komt ook doordat de filosofie – die de keuze voor 50-minners motiveerde - in beweging is. “Een idee wat je vaak tegenkwam is dat de jeugd de toekomst had. Dat idee kwam natuurlijk voort uit het feit vroeger de groep Nederlanders onder de vijftig veel groter was en dat daar dus alle kansen lagen op marketinggebied.

Tegenwoordig is de groep boven de vijftig veel groter. Ik denk dus dat men zich steeds meer realiseert dat je jeugd misschien wel de toekomst heeft, maar dat er op dit moment meer ouderen zijn en daar kan je ook veel mee.” Opvallend is daarin dat er steeds meer initiatieven zijn waarbij beide doelgroepen worden gecombineerd. Zo zijn er verzorgingstehuizen waarbij jongeren en ouderen onder één dak wonen, maakten ouderen in Enschede deze zomer cocktails voor de nieuwe lichting studenten en was er op een Utrechts studentenfestival een bingo in samenwerking met het verzorgingstehuis om de hoek.

“Wij denken dat die verbondenheid tussen jong en oud iets normaals zou moeten zijn”, reageert Van der Kolk, “omdat ze elkaar heel mooi kunnen aanvullen. De jongeren helpen de ouderen om erbij te blijven en de ouderen kunnen ervaring doorgeven aan de jongeren. Ouderen hebben alles al tien keer meegemaakt waarom zou je daar niet naar luisteren?

We zien bijvoorbeeld dat er belangstelling is vanuit basisscholen om iets met ouderen te doen. Want wie kan er nou beter iets over de geschiedenis vertellen dan een oudere? En als je dan toch de schoolmusical opvoert, waarom zou je hem dan niet nog een keertje extra uitvoeren in een zorginstelling in de buurt? Of waarom zou je ouderen niet uitnodigen voor het paasontbijt? Het is hoopgevend dat men zich realiseert dat het niet zo is dat je op je 65ste een verzorgingstehuis ingaat en dat het leven dan klaar is.”

Van der Kolk vermoedt dat een televisieprogramma zoals dat van Geer en Goor heeft bijgedragen aan die ontwikkeling, omdat in de serie taboes doorbroken zijn. Van der Kolk verwacht daarom meer initiatieven te zien waarbij jong en oud elkaar ontmoeten. “Wij zijn er al erg lang mee bezig, maar we verwachten dat het in de toekomst zal groeien.”

Effect eerste keer televisie heeft “verrast”

“Het was voor ons wel de eerste keer om mee te werken aan een televisieprogramma”, vervolgt Van der Kolk. “Dat bracht een gezonde spanning met zich mee, want Gerard Joling en Gordon zijn heren die onomwonden uitspraken doen. Ze zoeken de grenzen op in de manier waarop zij humor bedrijven. Sinds het begin van de televisieserie van Gerard Joling en Gordon hebben meer dan 15.000 mensen zich aangemeld als vrijwilliger bij het Ouderenfonds. Er zal geen vrijwilligerscentrale in Nederland zijn die niet ook het Geer en Goor-effect heeft gemerkt. Met het televisieprogramma is er een hele nieuwe doelgroep van vrijwilligers aangeboord, namelijk de groep jongeren die best wel een keer iets willen doen.

Er was wel vraag naar nieuwe vrijwilligers, maar we hebben alle zeilen bij moeten zetten om deze aantallen aan vrijwilligers te verwerken. Het is gelukt om iedereen binnen een maand in contact te brengen met lokale zorginstellingen. Achteraf is misschien makkelijk te zeggen dat het effect viel te verwachten, maar het was een verrassing voor ons. Het programma heeft het Ouderenfonds op de kaart gezet en ook het maatschappelijke probleem van eenzaamheid onder ouderen.”

Download het gratis ebook

Wat kan jouw organisatie leren van de kenmerken van verschillende generaties? Ontdek de kracht van de generation journey: download het gratis ebook met alle informatie.